Search Learn Dutch Online

learn dutch onlineHoeveel en Het nummer


Hoeveel? en Het nummer (How much/many and Number)

0 nul --------10 tien ----------20 twintig ----------- 30 dertig
1 een -------11 elf ------------21 eenentwintig ------31 eenendertig
2 twee ----- 12 twaalf -------- 22 tweeentwintig
3 drie ------ 13 dertien ------- 23 drieentwintig
4 vier ------ 14 veertien ----- 24 vierentwintig
5 vijf ------- 15 vijftien ------ 25 vijfentwintig
6 zes ------- 16 zestien ------ 26 zesentwintig
7 zeven -----17 zeventien ---- 27 zevenentwintig
8 acht ------ 18 achttien------ 28 achtentwintig
9 negen -----19 negentien ---- 29 negenentwintig



40 veertig ------- 80 tactig
50 vijftig ---------90 negentig
60 zestig -------- 100 honderd
70 zeventig

Ik bel u morgen --- I will call you tomorrow
Heeft u telefoon? --- Do you have telephone?
Wat is uw nummer? --- What is your number?
Wat is je telefoonnummer? --- What is your telephone number?


Woordenlijst

heeft(hebben) --- have
de telefoon --- telephone
bel(bellen) --- call
morgen --- tomorrow
het nummer --- number
het telefoonboek --- telephone book