Search Learn Dutch Online

learn dutch onlineTegenstellingen - opposite words in MVV Visa exam (Civic Integration Exam)

 Eric Carle's Opposites (The World of Eric Carle)

Tegenstellingen or opposite words in dutch language is a part of TGN below are some useful for your exercise: To listen the sound for you to repeat at Acapela text to speech (copy question or answer and select dutch voice)



aan - uit
aangenaam - onaangenaam
aankleden - uitkleden
aankomen - vertrekken
aanstaande - afgelopen
aanwezig - afwezig
aardig - onaardig
aardig - vervelend
achterin - voorin
achterkant - voorkant
achternaam - voornaam
actief - passief
aftrekken - optellen
alle - geen
alle - sommige
allebei - alleen
alleen - samen
alles - niks
altijd - nooit
andere - dezelfde
antwoord - vraag
arm - rijk
avond - ochtend
bang - dapper
beetje - veel
begin - eind
beken - onbekend
belankrijk - onbelangrijk
beleefd - onbeleefd
beneden - boven
beter - slechter
bewust - onbewust
bezig - klaar
binnen - buiten
binnenland - buitenland
blij - boos
blij - verdrietig
blussen - branden
bot - scherp
boven - onder
bovenkant - onderkant
branden - blussen
breed - smal
breedte - lengte
brengen - halen
broer - zus
daar - hier
daarna - daarvoor
dag - nacht
dalen - stijgen
dapper - laf
dat klopt - dat klop niet
delen - vermenigvuldigen
deze - die
dicht - open
dichtbij - ver
diep - ondiep
dik - dun
dit - dat
dochter - zoon
dof - glanzend
dood - leven
dooien - vriezen
dom - knap
dom - slim
donker - licht
dorp - stad
dorst - honger
drijven - zinken
drinken - eten
droog - nat
druk - rustig
druk - stil
duur - goedkoop
duwen - trekken
dynamisch - rustig
echt - onecht
een paar - alle
eenvoudig - ingewikkeld
eenvoudig - moeilijk
elke - enkele
eerder - later
eeste - laatste
eerlijk - oneerlijk
enkel - retour
erna - ervoor
eten - drinken
even - oneven
expres - per ongeluk
fijn - grof
fijn - vervelend
fout - goed
gaan - komen
geduldig - ongeduldig
gelijk - ongelijk
geluk - ongeluk
geschikt - ongeschikt
gesloten - open
geven - krijgen
gewoon - ongewoon
gezond - ongezond
geldig - ongeldig
gehuwd - ongehuwd
gezond - ziek
gierig - gul
gisteren - morgen
glad - ruw
glanzend - dof
goed - slecht
gooien - vangen
goeien - krimpen
groot - klein
haat - liefde
half - heel
hand - voet
handig - onhandig
hard - zacht
heel - kapot
heel - stuk
heen - terug
heet - koud
hetzelfde - verschillende
herft - lente
herinneren - vergeten
hierna - hiervoor
honger - dorst
hoog - laag
horen - spreken
horizontaal - verticaal
iedereen - niemand
iemand - niemand
iets - niets
ijverig - lui
in - uit
ingang - uitgang
ingewikkeld - eenvoudig
inpakken - uitpakken
ja - nee
jong - oud
jongen - meisje
juist - onjuist
kind - volwassene
kinderen - ouders
knap - lelijk
knippen - plakken
kopen - verkopen
kort - lang
koud - warm
krom - recht
leuk - saai
laat - vroeg
laf - dapper
langzaam - snel
langzaam - vlug
later - vroeger
lawaai - stilte
leeg - vol
lekker - vies
lelijk - mooi
leuk - vervelend
leven - sterven
licht - zwaar
lief - stout
links - rechts
luisteren - praten
lukken - mislukken
man - vrouw
maan - zon
mager - vet
makkelijk - moeilijk
maximaal - minimaal
meer - minder
meest - minst
meneer - mervrouw
met - zonder
min - plus
mislukking - succes
misschien - zeker
modern - ouderwets
moe - uitgerust
mogelijk - onmogelijk
morgen - vandaag
na - voor
naar - van
nadeel - voodeel
najaar - voorjaar
neef - nicht
neerleggen - oppakken
neerzetten - oppakken
negatief - positief
nergens - ergens
netjes - slordig
niet - wel
niet waar - waar
nieuw - oud
noord - zuid
oma - opa
omhoog - omlaag
onder - op
ongeveer - precies
onthouden - vergeten
onprettig  - prettig
onshuldig - verstandig
onvoorzichtig - voorzichtig
onzeker - zeker
oom - tante
oorlog - vrede
oost - west
optimisme - persimisme
oudbakken - vers
overdag - 's nachts
papa - mama
schaduw - zon
scheef - recht
scheiden - trouwen
schoon - smerig
schoon - vies
schoon - vuil
slagen - zakken
slap - stijf
slapen - wakker zijn
slechter - beter
somber - vrolijk
soms - meestal
staan - zitten
sterk - slap
sterk - zwak
strak - los
taai - mals
tegen - voor
toegestaan - verboden
toekomst - verleden
uitpakken - inpakken
vaak - soms
vader - moeder
vast - los
veel - weinig
ver - vlakbij
verlagen - verhogen
verlies - winst
verliezen - vinden
vinden - verliezen
vijand - vriend
water - vuur
volgende - vorige
vriezen - dooien
winter - zomer
wit - zwart
zoet - zuur
zonondergang - zonsopgang

Tip:  for your benefit, you should excercise from both side, back and front, front and back.