Zinnen Oplezen 1 - 16
|
|
1.
|
Na een vraag komt een
vraagteken.
|
2.
|
Zij eet geen vlees, maar
wel vis.
|
3.
|
De cola is zoeter dan het bier.
|
4.
|
De jongen gaat om tien voor acht naar bed.
|
5.
|
Bij het ontbijt neemt hij altijd melk.
|
6.
|
Door de crisis sluiten veel fabrieken.
|
7.
|
Als je geld leent, moet je rente betalen.
|
8.
|
Met Kerstmis hebben veel Nederlanders een
kerstboom in de woonkamer.
|
9.
|
Als ze tenminste op tijd
zijn.
|
10.
|
Die school is erg groot.
|
11.
|
Het spijt me, dat is
uitverkocht.
|
12.
|
Ik moet nog even
boodschappen doen.
|
13.
|
Iemand de laan uitsturen.
|
14.
|
Let op je rug.
|
15.
|
Op donderdag heb ik
pianoles.
|
16.
|
Wij hebben een klein huis
gekocht.
|
Search Learn Dutch Online
GBL Zinnen Oplezen oefenen (deel B)
Here are 16 sentences for GBL excercise. Read the sentences aloud one by one.Speak all the words in the sentences clearly. Pay attention to pronunciation such as "double sounds - eu, ui". Speak the last letter S , R , T, K, G very clear. More sentences will be updated...